The Beatles? Stelletje na-apers

Johnny Farina, van het Italiaans-Amerikaanse rock ‘n roll duo Santo & Johnny, vertelde vorige jaar aan The Guardian hoe hij en zijn broer in de jaren vijftig een muzikaal oor kregen. Dat kwam in eerste instantie door pa Farina – een amuzikale man die genoeg radio luisterde om wat van muziek te weten – die tijdens de oorlog in Texas en Oklahama gestationeerd was en wanneer hij kon naar country- en westernmuziek luisterde. Hij ontdekte de steel guitar, een instrument dat hem zo erg in vervoering bracht dat hij niets liever wilde dan dat zijn zoons het leerden bespelen.

Dat ging echter niet zo snel als hij had gehoopt. In het Brooklyn van de late jaren vijftig waarin de jongens opgroeiden, week de steel guitar nogal af van het gangbare aanbod. Mandolines, akoestische gitaren en accordeons waren er genoeg, maar les nemen om de steel guitar te leren bespelen was op zijn zachtst gezegd een exotische exercitie; het typeerde immers zonovergoten Hawaiiaanse muziek.

Met Hawaiiaanse muziek zouden de liedjes van Santo & Johnny uiteindelijk nooit worden geassocieerd, maar exotisch werd het op een bepaald moment in hun carrière tóch. Toen Johnny in 1965 binnenliep bij muziekzaak Manny’s, kwam een van de verkopers enthousiast naar hem toe om hem te feliciteren. Waarmee wist Johnny niet. “You have a number one record”, antwoordde de man. Informatie die Johnny had gemist, net als de plek waar Santo en hij al twee weken op nummer één stonden: Mexico. Hij aarzelde geen moment en haastte zich naar zijn manager Ed om het goede nieuws te vertellen.

Een paar weken later landden Santo en Johnny in Mexico. Vanuit de raampjes in het vliegtuig keken ze naar de mensenmassa die op het vliegveld stond. De mensen leken te wachten. In een interview met Guitar International vertelt Johnny hoe vreemd hij en zijn broer dat vonden. “I tell my brother, ‘Wow, The Beatles must be on this plane’, or somebody famous like them.” Maar nadat iedereen het vliegtuig verlaten had, stonden de mensen er nog steeds. De broers liepen uiteindelijk de vliegtuigtrap af, op het moment dat de groep ‘And I Love Her’ inzette, een van de vele nummers van The Beatles die Santo & Johnny hadden gecoverd op hun album The Beatles Greatest Hits (1964). Drie maanden later vertrokken ze pas weer naar de Verenigde Staten, hun versie van ‘And I Love Her’, ‘Y La Amo’ in het Mexicaans, stond in totaal 21 weken op nummer één.

http://www.youtube.com/watch?v=85i3YakgPCw

Waarom Santo & Johnny’s versie van ‘And I Love Her’ in Mexico zo populair was geworden, groter dan het origineel van The Beatles, werd Johnny pas een paar jaar geleden duidelijk. Om de een of andere reden konden The Beatles het nummer niet uitbrengen in Mexico, waardoor Johnny en zijn broer de plaat een stuk eerder in het land distribueerden. Geestiger wordt het als Johnny vertelt over de talloze Mexicaanse fans van het duo die er nog steeds van overtuigd zijn dat het The Beatles waren die het nummer coverden. Johnny bezocht het land drie jaar geleden: “I tell them, ‘The Beatles did not copy Santo and Johnny. (…) Until today, they believe that The Beatles copied us.”

Met ‘And I Love Her’ zaten de Mexicanen er flink naast, hoe graag ze ook hadden gewild dat het origineel van Santo & Johnny was, maar The Beatles wisten ondertussen dondersgoed wie Santo & Johnny waren. Eén nummer in het bijzonder, een Santo & Johnny original, gold zelfs als rijke inspiratiebron voor de weinig exotische Britten: ‘Sleep Walk’, een liedje dat Johnny en Santo schreven toen ze respectievelijk zestien en twintig jaar oud waren. John Lennon was zeker geïnspireerd door het zwierige, romantische nummer, waarop hij ‘Free As A Bird’ schreef. Ook voormalig Beatles-gitarist George Harrison bracht een liedje uit met ‘Sleep Walk’ in het achterhoofd: ‘Marwa Blues’ – dat op het in 2002 uitgebrachte Brainwashed staat, Harrisons laatste album waarop ook de steel guitar weer te horen is. Harrison vond het swingende ‘All Night Diner’, de B-kant van ‘Sleep Walk’, óók een heerlijk nummer. “He had it in his jukebox at his castle and used to always play it”, aldus een trotse Johnny tegen de interviewer van Guitar International. En dan verwijst hij nog niet eens naar alle covers van ‘Sleep Walk’ die in de jaren erna zijn uitgebracht.

Nee, Johnny en Santo – die anders dan Johnny het artiestenbestaan vaarwel zei – mogen niet klagen. ”Life has really been good to me,” concludeert Johnny, “‘Sleep Walk’ has been so good that there’s not a day in this house that it’s not mentioned. ‘Sleep Walk’ is more than a song. It is our life.”

Dit artikel verscheen zaterdag 11 januari op dagelijks muziekblog Nummer van de Dag.