Waarom Bulgarije zegt dat de Noord-Macedonische taal niet bestaat

🎧 luister meteen: Bureau Buitenland (NPO Radio 1)

Het zit dat land waar mijn opa en oma zijn geboren (in de jaren dertig van de vorige eeuw) niet mee.

Noord-Macedonië springt al jaren – wat zeg ik, decennia – door hoepels om in overweging te worden genomen voor toetredingsonderhandelingen om uiteindelijk, óóit (‘nooit’, de cynici) lid te worden van de NAVO en de EU. Wat belangrijk is voor stabiliteit en veiligheid, en tegen armoede en corruptie daar, en in de hele regio.

Zat eerst Griekenland in de weg, nu blokkeert Bulgarije de boel. Vanwege de taal. Het Macedonisch is volgens de Bulgaarse politiek (en ook sommige gewone Bulgaren) ‘gewoon’ een Bulgaars dialect. En zolang Noord-Macedonië dat niet erkent, is belemmering de enige optie.

Het is nogal vreemd om te horen dat de taal die je eerder leerde dan het Nederlands niet bestaat, maar het is niet iets wat ik nog nooit had gehoord. Voor de buitenstaander komt het vast bizar (en futiel) over. Er zijn belangrijker problemen daar, zeg maar.

Uiteindelijk gaat het om politiek. Om minderheden niet willen erkennen, uit angst voor territoriale aanspraak. Politiek waardoor mensen evenwel niet vooruit kunnen. En jonge mensen daar voor de vraag staan: blijf ik hier voor een schamele 250 euro per maand, als ik al werk heb, of vertrek ik naar Duitsland, Oostenrijk of een ander willekeurig land in West-Europa? (Google: ‘braindrain Balkan’). Rusland, China en Turkije zitten ondertussen ook niet stil.

Hoe dan ook: op die taal en de cultuurhistorische ontwikkeling daarvan ben ik afgestudeerd. Ik schrijf er nog wel eens over, want er was weinig tijd tijdens het programma om daarover uit te weiden. Het zegt in ieder geval veel over hoe met name nationalistische leiders via taal en identiteit hemelsbrede lijnen proberen te trekken naar een verleden om hun politieke agenda door te drukken (overal in Europese Unie een issue, ook in Nederland, nietwaar).

Ik schoof donderdag 3 december jl. in ieder geval aan bij Bureau Buitenland (VPRO) om het over deze ‘ommezwaai’ van de Bulgaarse politiek te hebben en over hoe ze er in Noord-Macedonië op hebben gereageerd.

Luister het gesprek hier terug:

Ik wil het woord ‘restjesverwerking’ nooit meer horen

Dat je soms iets leest en gewoon niet weet waar je moet beginnen. De Moderne Manieren-column in dagblad Trouw van ‘etiquette-specialist’ Beatrijs Ritsema van zondag 29 november, is me er eentje. Nu ja, lees eerst zelf maar:



Ik heb toch maar wat getikt over deze column:

Ik was acht en bracht een vriendinnetje mee naar huis. Mijn Macedonische opa was op dat moment even bij ons in Nederland. In een vrij kansloze poging bijdehand te zijn, zei ik tegen mijn vriendinnetje dat ze geen hoi tegen mijn opa hoefde te zeggen, omdat hij haar toch niet verstond. Ik kan deze herinnering moeiteloos oprakelen, omdat ik mijn moeders strenge berisping en de pijn in mijn bovenarm nooit meer ben vergeten. Net als alle keren dat mijn moeder, sinds haar twintigste in Nederland, buren en kennissen bleef uitnodigen en ontvangen, terwijl de uitnodiging aan andere zijde pijnlijk vaak uitbleef. 

Beatrijs Ritsema’s column over Syrische buren die steeds eten komen brengen, en hoe je daarop dient te reageren, las ik dan ook met stijgende verbazing. Met de vraag was weinig mis, hoewel de briefschrijver er verstandiger aan had gedaan iemand aan te spreken met meer kennis van de Arabische cultuur. Of überhaupt van cultuur. ‘Single man van 57’ schrijft dat hij al drie keer een bord warm eten kreeg (‘hartstikke leuk’), en een relatie wil aangaan met zijn Syrische buren die hem als nieuwkomer in de straat hebben verwelkomd. Wel vindt hij het lastig dat ze niet goed Nederland spreken, en zijn ‘tegengeschenk’ onhandig aannamen. 

De luxe van het ongemak. Dat zo’n gezin uit Syrië in Nederland belandt – je leest vast weleens een krant, je kent de mogelijke redenen – en dat ongemak dan eigenlijk het grootste obstakel blijkt te zijn. Nu lijkt deze briefschrijver me oprecht, en hoop ik dat hij over dat ongemak heenstapt, desnoods met een taalapp in de hand. Dat hij glimlacht, buiginkjes maakt als blijk van dank (als Nederlanders Japanners nadoen, kunnen ze altijd heel goed buigen) en ook non-verbaal duidelijk maakt: we zien wel, want wat hebben we ook eigenlijk te verliezen?

Het delen van eten afdoen als ‘restjesverwerking’; alleen al door die term stonden mijn nekharen overeind. Naast pertinente onzin – in veel niet-Nederlandse culturen is eten delen een hoog goed; dat degraderen tot ‘restjes’ is respectloos – getuigt het ook van horkerige ondankbaarheid en onkunde om dit gebaar weg te zetten als onbeduidend, iets waar ‘geen extra moeite aan is besteed’.

Maar het stuitende zit hem ook in hoe de briefschrijver wordt gerustgesteld: u hoeft niets terug te doen (hoor!), blijf vooral de botte Nederlander die u geleerd was te zijn. Irritant, hoe ze contact proberen te maken, zonder eerst de taal volledig machtig te zijn. Kunnen ze niet integreren in stilte, zonder ons daarmee lastig te vallen?

Jawel hoor, schrijft Ritsema op paternalistische toon. ‘Als de ouders nauwelijks Nederlands spreken, heeft het weinig zin om hen bij u thuis op de koffie uit te nodigen. Een gesprek is dan toch niet mogelijk.’ Een onthutsend dieptepunt in een toch al naar spruitjeslucht ruikende jaren vijftig-column. Weinig zin? Hoe denkt Ritsema dat integratie precies werkt?

Die werkt volgens mij twee kanten op, en begint misschien wel bij dat door velen zo gekoesterde ‘naoberschap’: het delen van eten, miscommunicatie en daar hartelijk om kunnen lachen, het vertrouwde gevoel te weten dat, ook al zijn familieleden nu ver weg en onbereikbaar, er altijd nog buren zijn die je niet vergeten. Ongemak is slechts het eerste maar gelukkig ook het makkelijkst te nemen obstakel naar een samenleving waarin single mannen van 57 en Syrische gezinnen elkaar hard nodig zullen hebben.



De man die de term ‘nepnieuws’ populair maakte

🎧 luister meteen: podcast ‘Future Shock’ – VPRO Tegenlicht


Ik volgde Craig, journalist bij Buzzfeed News, al sinds 2016. Toen ontdekte hij, in aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen dat jaar, honderden nepnieuws-sites over Donald Trump.

Het bijzondere daaraan: al dat nepnieuws was te herleiden naar Veles, een stadje in het Oost-Europese Noord-Macedonië.

Inderdaad, waar mijn familie vandaan komt.

Onlangs sprak ik Craig. Hij maakte ooit de term ‘fake news’ populair; door hem zijn we de term allemaal gaan gebruiken (waar-ie overigens best spijt van heeft, nu het voornamelijk wordt gebruikt om journalisten aan te vallen).

Hij schrijft dus over desinformatie, doet er onderzoek naar, en wordt overal ter wereld uitgenodigd om over de oorzaak én bestrijding ervan te praten. Nu, tijdens corona, helemáál urgent. Een zaak van leven of dood, zelfs. Met de verspreiding van het virus komt namelijk ook de verspreiding van desinformatie tot een hoogtepunt. Het virus verenigt ons allemaal, maar het verenigt ook complottheoristen. 

Wil je mijn gesprek met hem beluisteren? Dat kan via Future Shock, de podcast van VPRO Tegenlicht. In je favo podcastapp, of via deze link.